Toespraak van de Commandant der Strijdkrachten, Generaal Middendorp
Geachte nabestaanden, veteranen, vrienden en collega’s, dames en heren,
Ik heet u van harte welkom op de 13e veteranendag van de Koninklijke Marechaussee. Het doet mij goed om te zien dat u ook dit jaar weer in groten getale naar de Koning Willem III- kazerne bent gekomen. Dat zegt iets over uw verbondenheid met elkaar en over uw verbondenheid met het wapen.
Ik wil een speciaal woord van welkom richten tot Luitenant-generaal bd der Artillerie Meines, generaal-majoor bd der Infanterie Noordzij en Luitenant-kolonel Ruedisueli, hier aanwezig namens de IGK.
Het is een goed gebruik dat wij onze jaarlijkse veteranenontmoeting hier bij dit monument beginnen. Wij gedenken hier met elkaar onze gevallen collega’s. Wij houden zo de herinnering levend aan deze leden van de Koninklijke Marechaussee, het Korps Politietroepen en het Korps Militaire Politie. Collega’s die het hoogste offer hebben gegeven in de Tweede Wereldoorlog, in Nederlands-Indië, Nieuw-Guinea en Korea.
Wij gedenken ook de militairen die in dienst van het Wapen zijn omgekomen in het voormalig Joegoslavië, de Sinaï, Angola en Irak. Wij laten vandaag zien dat wij hen niet vergeten zijn en dat zij tot in lengte van dagen ons diepste respect verdienen. De veteranendag is het moment waarop wij met elkaar stilstaan bij de missies die wij hebben uitgevoerd en de collega’s met wie we dat hebben gedaan.
We halen herinneringen op aan hoe het toen was en we hebben aandacht voor hoe het nu is. We zijn er vandaag voor elkaar. En hier, bij dit monument, zijn we er vooral voor hen die er niet meer zijn, voor onze collega’s die voortleven in onze herinneringen. Het aantal veteranen van de Koninklijke Marechaussee groeit gestaag. Er zijn nu meer marechaussees uitgezonden dan ooit tevoren. Het aantal missies neemt toe en ook de intensiteit van de missies neemt toe. Dat is een gevolg van een van onze voornaamste ambities. Wij zijn een veelgevraagd militair politiekorps. Wij hebben een uniek product en leveren daarmee wereldwijd een bijdrage die er toe doet. De behoefte aan militaire politiemensen is onverminderd groot.
De Koninklijke Marechaussee heeft als onderdeel van Defensie de opleiding, de organisatie, de uitrusting, de kennis en vooral de mentaliteit om te kunnen gaan waar anderen nog niet kunnen gaan. Wij brengen onder moeilijke omstandigheden veiligheid en gerechtigheid op plaatsen waar die soms lang niet is geweest. Dat is ons product, dat willen wij leveren. Dat doen wij in het belang van de internationale gemeenschap, in het belang van Nederland, zoals we dat al vele jaren doen.
Begin september heb ik samen met de CDS kunnen zien hoe onze collega’s in Afghanistan zich inzetten om de Afghaanse politie op te leiden en zo bijdragen aan de stabiliteit en wederopbouw van het land. Ik heb gezien hoe ze, ondanks dat ze ver van huis en haard zijn, hun werk doen met enthousiasme en professionaliteit. Datzelfde geldt voor onze collega’s in Kosovo en Soedan. Ons werk is niet makkelijk. Dat is het nooit geweest. Toch hebben we ervoor gekozen om dat werk te doen. We zijn er van doordrongen dat onze taak belangrijk is, maar we romantiseren hem niet. We weten dat een missie impact heeft. Niet alleen omdat we soms langdurig van onze geliefden gescheiden zijn voor een onzeker avontuur, maar ook omdat wat wij meemaken soms jarenlang op ons netvlies gebrand blijft staan. Soms vormen die beelden littekens op onze ziel en gaan ze niet meer weg.
Één van onze collega, wachtmeester der eerste klasse Raoel Janssen, heeft hierover een boek geschreven. In 1993 stond hij voor Nederland in Voormalig Joegoslavie. Hij zag een kindertehuis met geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen, volledig in de steek gelaten. Hij zag mensen die medische hulp nodig hadden. Een patrouille waarbij een explosief werd geraakt. Hij deed zijn werk en keerde terug naar Nederland. Pas jaren later bleek dat zijn ervaringen littekens in zijn geest hadden veroorzaakt die niet zomaar weggingen. Hij werd gediagnosticeerd met het Post Traumatisch Stress Syndroom, PTSS. Hij wist zijn herinneringen uiteindelijk een plaats te geven en schreef zijn verhaal op in een boek. Op 20 januari 2011 is aan Wachtmeester 1e klasse Raoel Janssen het Draaginsigne Gewonden toegekend.
Zo heeft elke veteraan zijn eigen verhaal, zijn eigen herinneringen. De dag van vandaag is het moment om hierover te praten en verhalen te delen met anderen, die soms in dezelfde tijd, soms ook decennia eerder of later, uitgezonden zijn.
Defensie heeft nu met de doorvoering van de veteranenwet een sterk verbeterd veteranenbeleid. Deze wet zorgt ervoor dat 30.000 actief dienende militairen met uitzendervaring voortaan veteraan worden. U bent dus straks met heel veel meer.
Veteranen hebben hun vaderland gediend, in oorlogsomstandigheden of tijdens vredesmissies, u krijgt daarvoor terecht erkenning en waardering van de samenleving en de overheid.
De Commandant der Strijdkrachten, generaal Middendorp heeft in zijn toespraak op 2 september tijdens de Nationale Indieherdenking geprezen hoe u, als veteranen, heeft gestreden voor publieke erkenning, waardering en respect voor militairen in het algemeen.
Gelukkig zien we dat de afgelopen jaren het draagvlak in de maatschappij voor militairen en met name ook voor veteranen, is toegenomen. Hoewel het politieke doel van missies vaak omstreden is, heeft de Nederlandse bevolking waardering voor de militairen die met gevaar voor eigen leven hun taak doen in opdracht van ons allemaal.
Mensen zijn trots op hun landgenoten die zich op verre en gevaarlijke plaatsen inzetten voor vrede en veiligheid in de wereld, en daarmee ook in Nederland, en spreken dat ook hardop uit. Ook zie ik veel steun voor publieke bijeenkomsten en herdenkingen. Mensen realiseren zich wat u voor Nederland heeft betekend.
Die steun is en blijft onmisbaar, want wij vragen veel van onze militairen, vaak nog jonge mannen en vrouwen, met familie, kinderen, vrienden die hen niet willen missen maar toch bereid zijn om ze te laten gaan. Omdat ze weten dat ze goed werk doen, in het belang van ons allemaal. Dames en heren, geachte veteranen. Zodadelijk gedenken wij onze collega’s die het ultieme offer hebben gebracht. Laten wij hen nooit vergeten.
Dank voor uw aandacht.