Raoul Janssen kreeg op 20 januari 2011 een Draaginsigne Gewonden uitgereikt van CKMar luitenant-generaal Dick van Putten. Voor Janssen vormt deze uitreiking een afronding van een twee jaar durende herstelperiode van een posttraumatische stressstoornis (PTSS).

Raoul groeide op in een gezin met 2 broers en 1 zus. Na de afronding van zijn MAVO kiest Raoul direct voor de Koninklijke Marechaussee. In 1993 gaat Raoul voor de 2e keer op uitzending naar voormalig Joegoslavië. Deze laatste uitzending maakt diepe indruk zo blijkt achteraf.

In 2008 wordt definitief de diagnose PTSS, oftewel Posttraumatische Stress Stoornis gesteld. Een zware periode volgt. Raoul besluit zijn verhaal op de schrijven en een eigen boek uit te brengen om aandacht te vragen voor het onderwerp.

Het kindertehuis

Het moment dat later het keerpunt in mijn leven blijkt te zijn, breekt aan wanneer ik met enkele collega’s naar een tehuis moet waarin tientallen zwaar lichamelijk en geestelijk gehandicapte kinderen aan hun lot zijn overgelaten uit vrees voor de naderende moslimtroepen. Het tehuis lag midden in de frontlijn tussen de aanvallende Moslims en het door Kroaten verdedigde Fojnica.

‘Het gebouw stond in een voormalige frontlinie. De leiding had de benen genomen. Ik liep als een van de eersten naar binnen. De lucht van ontbindende lichamen en de stank van ontlasting kwam me tegemoet. Een jochie rende op me af, kennelijk blij dat hij iemand zag. Ik deed gauw mijn mondkapje af dat brak het ijs. Hij vloog me om de hals en we knuffelden, ook al konden we elkaar niet verstaan. Ik loop vervolgens een van de kamers binnen en kijk in elk bed. Overal liggen kinderen. Het jongste kind schat ik een paar maanden, het oudste een paar jaar. Mijn oog valt op een meisje van hooguit een jaar. Haar gezichtje is opvallend gaaf en schoon. Ik buig me naar haar toe. Maar dan deins ik terug. Ze slaapt niet; ze is dood’.